Bij de implementatie van een Microsoft CRM systeem moeten vaak de gegevens uit andere systemen worden opgehaald en gemigreerd naar het nieuwe systeem. Zo’n migratie is uitdagende klus waarbij het datamodel van het bestaande systeem moet worden vertaald naar het datamodel van het nieuwe systeem. Kennis over de beide datamodellen is daarbij van zeer groot belang. In dit artikel wordt uitgelegd hoe wij de informatie over datamodel (de metadata) van het te implementeren CRM systemen ophalen uit CRM en gebruiken in de datamigratie.
Datamigratie als brug
Datamigratie is het slaan van een brug tussen twee vaak nog onbekende en zelfs bewegende
oevers. De documentatie van het bronsysteem is vaak niet meer actueel en gebruikers zijn in de loop der jaren vaak creatief met het systeem omgegaan, waardoor de wijze waarop de database in de praktijk gevuld is, afwijkt van de oorspronkelijke bedoelingen zoals die zijn weergegeven in de documentatie van het systeem. In de periode waarin de datamigratie wordt voorbereid, is het
doelsysteem vaak nog in ontwikkeling – soms met maatwerk, soms alleen met het configureren van entiteiten en attributen. Daardoor is het lastig om goede en actuele informatie te krijgen over het
doelsysteem.
Het vergaren van voldoende kennis over bron- en doelsysteem is een van de grootste uitdagingen bij een datamigratie. Uiteraard gaan we op zoek naar de mensen die over de meeste kennis beschikken. Voor het opbouwen van kennis over de brongegevens is data profiling een nuttig hulpmiddel. We onderzoeken de bronbestanden om inzicht te vergaren in de werkelijke vulling daarvan. Dit geeft ons allengs meer vaste grond onder de voeten op de oever van het bronsysteem.
Ook aan de andere oever zoeken we naar stevige ankerpunten. Een belangrijke vraag daarbij is: Wat zijn de data requirements van het doelsysteem? Oftewel: Hoe zien de gegevens eruit, die geladen moeten worden? Wat zijn de onderlinge relaties? Wat zijn de toegestane waarden voor de afzonderlijke gegevenselementen? En zo verder.
oevers. De documentatie van het bronsysteem is vaak niet meer actueel en gebruikers zijn in de loop der jaren vaak creatief met het systeem omgegaan, waardoor de wijze waarop de database in de praktijk gevuld is, afwijkt van de oorspronkelijke bedoelingen zoals die zijn weergegeven in de documentatie van het systeem. In de periode waarin de datamigratie wordt voorbereid, is het
doelsysteem vaak nog in ontwikkeling – soms met maatwerk, soms alleen met het configureren van entiteiten en attributen. Daardoor is het lastig om goede en actuele informatie te krijgen over het
doelsysteem.
Het vergaren van voldoende kennis over bron- en doelsysteem is een van de grootste uitdagingen bij een datamigratie. Uiteraard gaan we op zoek naar de mensen die over de meeste kennis beschikken. Voor het opbouwen van kennis over de brongegevens is data profiling een nuttig hulpmiddel. We onderzoeken de bronbestanden om inzicht te vergaren in de werkelijke vulling daarvan. Dit geeft ons allengs meer vaste grond onder de voeten op de oever van het bronsysteem.
Ook aan de andere oever zoeken we naar stevige ankerpunten. Een belangrijke vraag daarbij is: Wat zijn de data requirements van het doelsysteem? Oftewel: Hoe zien de gegevens eruit, die geladen moeten worden? Wat zijn de onderlinge relaties? Wat zijn de toegestane waarden voor de afzonderlijke gegevenselementen? En zo verder.